Veiligheidsregels voor beginnende duikers

Goed duiken begint met goede voorbereiding. Met de juiste veiligheidsregels beperk je risico, vergroot je plezier en bouw je ervaring verantwoord op. Hieronder vind je compacte, direct toepasbare richtlijnen die elke beginnende duiker zou moeten kennen en volgen.

Voorbereiding, medische geschiktheid en duikplanning

Duik alleen als je je fit voelt en laat bij twijfel je gezondheid checken door een duikarts. Ben je ouder, heb je een medische aandoening of gebruik je medicatie, plan dan eerst een duikmedische keuring. Kies een duikplek die past bij je opleiding, buddy en uitrusting. Controleer ook de keuringstermijn van je duikfles; fleskeuring nodig? Houd rekening met zicht, stroming, temperatuur, diepte en in- en uitstap. Stel een realistisch doel en duik binnen je brevetgrenzen en ervaring.

Maak vooraf duidelijke afspraken: max. diepte en tijd, omkeermoment, noodsignalen, lost-buddy-procedure en reservegas. Check de nultijd op je duikcomputer en plan je luchtverbruik met een omkeerpunt dat marge laat. Adem rustig, houd nooit je adem vast en forceer klaren niet. Neem altijd een oppervlakteboei (DSMB) mee en deel je plan met iemand aan de wal. Wil je je basis stevig neerzetten of verdiepen, volg dan een opleiding zoals de PADI Open Water opleiding of Advanced.

Buddycheck stap voor stap (BWRAF)

  • BCD – Controleer inflaten en deflaten, noodlozing en pasvorm. Test kort het drijfvermogen voor je afdaalt.
  • Lood – Kloppen hoeveelheid en verdeling, quick-releases toegankelijk, geen losse gewichtjes. Buddy weet hoe jouw lood te droppen is.
  • Sluitingen – Heup-, borst- en kruisbanden vast, clips gesloten, slangen netjes gerouteerd en niets bungelt.
  • Lucht – Cilinder volledig open, adem vijf rustige teugen op primair en octopus terwijl je de manometer in de gaten houdt. Controleer werkdruk en dat je buddy jouw octopus vindt.
  • Final OK – Duikcomputer aan, nultijd zichtbaar, signaalafspraken helder, kompas ingesteld, oppervlakteboei en snijmiddel mee. Maak een laatste OK en check de omgeving voor je te water gaat.

Spreek daarnaast af wat je doet bij lost buddy: zoek 1 minuut rond je, stijg gecontroleerd op en kom aan de oppervlakte samen. Wil je zekerder worden in materiaalcheck en eenvoudige fixes? Volg de PADI Equipment Specialist opleiding.

Veilig opstijgen en de veiligheidsstop

Stijg altijd langzaam en gecontroleerd op, bij voorkeur niet sneller dan 9-10 meter per minuut. Houd je ademhaling rustig en blijf doorademen. Maak na elke duik een veiligheidsstop van 3 minuten op 5 meter. Je duikcomputer helpt met timing en geeft aan wanneer een stop wordt aanbevolen of vereist. Blijf tijdens de stop in controle van je drijfvermogen, houd je buddy in zicht en monitor je lucht. Na de stop ga je rustig door naar de oppervlakte en meld je je positie met je boei indien nodig.

Zichtbaarheid en regelgeving aan de oppervlakte

Maak jezelf zichtbaar voor andere watergebruikers. Gebruik een oppervlaktemarkeringsboei tijdens het opstijgen en voer aan de kant of op de boot de A-duikvlag. Houd rekening met lokaal geldende regels en verboden zones, zoals bruggen, sluizen, vaargeulen, havens en snelvaar- of waterskigebieden. Blijf ruim uit de buurt van drukke vaarroutes en respecteer andere watergebruikers. Als je een duikvlag voert, geef boten de ruimte en ga ervan uit dat niet iedereen je direct ziet. Een praktische richtlijn is om minimaal 100 meter afstand te houden van passerende schepen en omgekeerd andere watergebruikers diezelfde afstand tot jouw vlag te laten houden.

Veelgestelde vragen

Hoe diep mag je duiken als beginner?

Met PADI Open Water Diver duik je tot 18 meter. Bouw stap voor stap op en kies voor eenvoudige omstandigheden. Met Advanced kun je, onder begeleiding en training, naar 30 meter. Blijf altijd binnen je opleiding, ervaring en omgevingscondities.

Hoe lang moet je een veiligheidsstop duiken?

Standaard 3 minuten op 5 meter. Het is sterk aanbevolen na elke duik en zeker bij diepere duiken of als je nultijd bijna op is. Volg je duikcomputer als die een veiligheidsstop of extra stop aangeeft.

Wat mag je niet doen na het duiken?

Vermijd vliegen of grote hoogte binnen 18-24 uur, zware inspanning, sauna en alcohol. Hydrateer goed, blijf warm en luister naar je lichaam. Plan meerdere duiken met voldoende oppervlakte-intervals.

Hoeveel mensen overlijden aan duiken?

Duikongevallen met dodelijke afloop zijn zeldzaam en verschillen per land en jaar. De meeste incidenten zijn te voorkomen met goede opleiding, conservatieve planning, fitheid en goed onderhouden materiaal.

Vragen over veilig beginnen met duiken of materiaalkeuze? Bezoek onze winkel in Eindhoven of plan onderhoud aan je automaat en duikcomputer voor een betrouwbare uitrusting.